Koninklijk besluit van 16 november 1976 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie
Artikel 1
De voorzitters van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie worden verkozen, de ene bij volstrekte meerderheid der stemmen van de Nederlandstalige leden, de andere bij volstrekte meerderheid der stemmen van de Franstalige leden.
Artikel 2
Wanneer bij de verkiezing van de voorzitters de volstrekte meerderheid niet is bereikt, wordt herstemd tot die meerderheid is behaald. Zijn er meer dan twee kandidaten, dan trekt na iedere stemming ten minste één kandidaat zich terug, zodat er twee kandidaten overblijven. Als geen kandidaat zich vrijwillig terugtrekt, valt de kandidaat met het geringste aantal stemmen weg. Bij staking van stemmen trekt de kandidaat met de minste anciënniteit zich terug. Bij gelijke anciënniteit trekt de jongste in jaren zich terug.
Artikel 3
De voorzitters, verkozen op de wijze bepaald in artikel 1 en 2, en de ondervoorzitters, benoemd door de Commissie op voorstel van politieke fracties, enerzijds bij de Franstalige leden en anderzijds bij de Nederlandstalige leden, vormen het Bureau van de Commissie.
Artikel 4
De Commissie bepaalt de orde van voorrang van de ondervoorzitters. Evenwel, de ondervoorzitters die tot de politieke fractie van de voorzitter van zijn taalgroep behoort, is de laatste in de rangorde. Bij staking van stemmen, komt de oudste in jaren voor de jongere.
Artikel 5
Het voorzitterschap van de vergaderingen van de Commissie wordt beurtelings door ieder van de voorzitters waargenomen. Bij afwezigheid van de aldus aangewezen voorzitter wordt hij vervangen door de andere voorzitter. Deze laatste wordt dan bijgestaan door een ondervoorzitter behorend tot dezelfde taalgroep als de vervangen voorzitter. Zijn beide voorzitters afwezig, wordt het voorzitterschap van de vergadering waargenomen door een ondervoorzitter van de taalgroep van de vervangen voorzitter. De ondervoorzitters treden op in de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde rangorde.
Artikel 6
De agenda van de vergadering wordt door het Bureau vastgesteld. De voorzitters, samen optredend, roepen de werkende leden en de leden met adviserende stem op voor de vergadering van de Commissie. Wanneer een politieke fractie er om verzoekt en haar verzoek wordt gesteund door ten minsten drie leden van het Bureau, zijn zij gehouden de vergadering op te roepen. Tenzij het Bureau anders beslist, vergadert de Commissie op maandagnamiddag. De notulen van de vergadering worden gesteld in de taal van de voorzitters van de vergadering.
Het deel van de notulen, dat betrekking heeft op bepaalde dossiers wordt gesteld in de taal van het dossier. De volledige notulen worden vertaald in de twee andere talen. De werkende leden, de plaatsvervangende leden en de leden met adviserende stem ontvangen de oproeping, de agenda en de notulen in hun eigen taal en, op aanvraag, ook in de andere talen.
Artikel 7
De Commissie kan niet beraadslagen en beslissen, als niet ten minste zeven stemgerechtigde Nederlandstalige en zeven stemgerechtigde Franstalige leden aanwezig zijn. De Commissie kan bovendien niet beraadslagen en beslissen over dossiers betreffende het Duitstalige gebied, als niet ten minste één werkend Duitstalig lid aanwezig is. Zijn die voorwaarden niet vervuld, worden de punten die daardoor niet kunnen worden afgehandeld, verwezen naar de volgende vergadering. Over die punten wordt dan geldig beraadslaagd en beslist, ongeacht wie aanwezig is; de oproeping maakt hiervan melding en wijst de betrokken punten aan. De Commissie beslist bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen heeft herstemming plaats. Herhaalde staking van stemmen wordt beschouwd als een advies ten voordele van de gegrondheid der klacht zoals bedoeld in artikel 24 § 2, van de wet van 16 juli 1973. Evenwel geeft in dit geval de motivering van het advies de verschillende standpunten aan. Beslissingen betreffende personen worden bij geheime stemming opgenomen. Een zaak kan niet worden verdaagd dan binnen de wettelijke termijnen. De vergadering kan worden geschorst door de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van een politieke fractie, met instemming van de Commissie. Tenzij de Commissie er anders over beslist, kan de vergadering niet worden opgeheven dan na afhandeling van de agenda.
Artikel 8
Het voorzitterschap van de vergadering van het Bureau wordt beurtelings door ieder van de voorzitters waargenomen. Bij afwezigheid van de aldus aangewezen voorzitter wordt hij vervangen door de andere voorzitter. Deze laatste wordt dan bijgestaan door een ondervoorzitter van de taalgroep van de vervangen voorzitter. De ondervoorzitters treden op in de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde rangorde.
Artikel 9
Het Bureau regelt de werkzaamheden en bereidt het werk van de Commissie voor. De notulen van de vergadering van het Bureau worden gesteld in de taal van de voorzitter van de vergadering. Het deel van de notulen dat betrekking heeft op bepaalde dossiers, wordt gesteld in de taal van het dossier. De volledige notulen worden vertaald in de twee andere talen. De leden van het Bureau ontvangen de notulen van de vergaderingen van het Bureau in hun eigen taal en, op aanvraag, ook in de andere talen. De voorzitters, samen optredend, roepen het Bureau samen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van ten minste drie ondervoorzitters. Geen enkele politieke fractie, uit één van beide taalgroepen, bezit meer dan één stem in het Bureau. De ondervoorzitter die behoort tot de politieke fractie van een voorzitter, neemt, bij diens aanwezigheid, geen deel aan de stemming. Het Bureau beslist bij eenvoudige meerderheid van stemmen op voorwaarde dat ten minste twee Franstalige en twee Nederlandstalige politieke fracties vertegenwoordigd zijn. Is die voorwaarde niet vervuld, worden de punten die daardoor niet kunnen worden afgehandeld, verwezen naar de volgende vergadering. Over die punten wordt dan geldig beraadslaagd en beslist, ongeacht de vertegenwoordiging van de politieke fracties; de oproeping maakt hiervan melding en wijst de betrokken punten aan.
Tenzij het Bureau er anders over beslist, kan de vergadering niet worden opgeheven dan na afhandeling van de agenda.
Artikel 10
De Commissie kan onder haar leden werkgroepen samenstellen, ter voorbereiding van de dossiers. Het Bureau regelt de werkzaamheden van deze werkgroepen.
Artikel 11
Indien een werkend lid verhinderd is, dient hij een plaatsvervanger op te roepen.
Artikel 12
De leden met adviserende stem als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de wet van 16 juli 1973, nemen aan de vergaderingen van de Commissie, van het Bureau en van de Werkgroepen deel.
Artikel 13
Onze minister van Nederlandse Cultuur en van Vlaamse Aangelegenheden en onze minister van Franse Cultuur, Staatssecretaris voor Huisvesting, toegevoegd aan de Minister van Brusselse Aangelegenheden zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.